2.
ExamenNV is een onderneming die regelmatig investeringsprojecten opzet. Er wordt overwogen voor een bedrag van 6.000.000,- te investeren in duurzame activa.
Het volgende is bekend:
• de looptijd van het project wordt geschat op 5 jaar;
• de cashflows van jaar 1 tot jaar 5 zijn respectievelijk
500.000,-(negatief);500.000,-; 1.500.000,-; 2.500.000,- en 4.000.000,-;
• de duurzame activa worden lineair afgeschreven tot een restwaarde van 500.000,-;
• de restwaarde van de duurzame activa maakt onderdeel uit van de cash flow in jaar 5;
• de cashflows worden verondersteld aan het eind van het jaar plaats te vinden;
• de minimale rendementseis is 8%;
• de daarbij behorende factoren voor de berekening van de contante waarden zijn:
A1┐8 = 0,926; A2┐8 = 0,857; A3┐8 = 0,794; A4┐8 = 0,735; A5┐8 = 0,681.
Bereken de NCW van dit project.
a. EUR 282.000,- (negatief)
b. EUR 162.000,-
c. EUR 1.064.500,-
Answer: Bedragen x 1.000
6.000 -/- 500 = 5.500 afschrijving
Totaal cashflow -500 + 500 + 1.500 + 2.500 + 4.000 = 8.000
1e jaar -500.000 x 0,926 = -463.000
2e jaar 500.000 x 0,857 = 428.500
3e jaar 1.500.000 x 0,794 = 1.191.000
4e jaar 2.500.000 x 0.735 = 1.837.500
5e jaar 4.000.000 (= incl. restwaarde) x 0.681 = 2.724.000
optellen:
-463.000 + 428.500 + 1.191.000 + 1.837.500 + 2.724.000 = 5.718.000 BCW
=> 5.718.000 – 6.000.000 = -282.000 NCW