100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Wetenschapsfilosofie $4.94   Add to cart

Summary

Samenvatting Wetenschapsfilosofie

  • Course
  • Institution

Er wordt geen boek gebruikt, de colleges geven alle informatie. Dit is een samenvatting van alle colleges!

Preview 3 out of 60  pages

  • September 1, 2014
  • 60
  • 2013/2014
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: BovandeVen • 7 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 15 Flashcards
$3.30 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Beschrijf René Descartes zijn werkwijze en waar de uitspraak cogito ergo sum vandaan komt.

Answer: Rene Descartes was ervan overtuigd dat zekere kennis bestaat. Hij ging op zoek naar iets waarvan zelfs de scepticus zou zeggen dat dat zeker waar is. Daarom gebruikte Descartes eerst de methode van de scepticus, hij twijfelde aan alles, zelfs aan wiskundige sommen als 2+2=4. Op een gegeven moment kwam Descartes op het punt dat heel het leven misschien niet echt is, en dat dit door een slechte demoon komt, de malin genie. Echter kan de malin genie niet voorkomen dat je kan denken. Dus zelfs als die malin genie zou bestaan, kan je er niet twijfelen aan je eigen bestaan. Om deze reden kwam Descartes met het fundament: ik denk, dus ik ben (cogito ergo sum).

2.

Wat voor een filosoof was John Locke en wat waren zijn bevindingen?

Answer: John Locke is een empirist. Hij zei dat ingeboren ideeën niet voorkomen bij kinderen. Ook door het vergelijken van cultuur kwam hij er achter dat er geen universele morele principes bestaan. Kennis doen we volgens hem op via ervaring, wat we waarneming met de zintuigen en interne waarneming, zoals denken. Ervaring komt dus voort uit extern waarnemen en intern reflecteren. Tot slot kwam Locke met het idee over enkelvoudige en complexe ideeën. Enkelvoudige ideeën zijn afkomstig van 1 of 2 zintuigen, zoals proeven en beweging. Complexe ideeën bestaan uit meerdere fundamenten, zoals schoonheid.

3.

Verklaar wat Berkeley zijn \'esse est percipi\' betekent, en hoe dit weerlegt wordt.

Answer: \'Esse est percipi\', oftewel \'zijn, is waargenomen worden\', is een zin van George Berkeley die stelt dat alle eigenschappen van de fysieke wereld af hangen van de geest. De wereld waarin wij leven is dus mentaal, en als iets niet wordt waargenomen bestaat het niet meer (idealisme). Maar wat als er iets in de koelkast ligt, bestaat het dan niet meer? Niemand neemt het immers waar. Berkeley gaat hier tegenin door te zeggen dat het door god in de gaten wordt gehouden (waarmee hij de lat wel heel erg laag legt).

4.

Hoe komy David Hume tot de conclusie dat er geen zekere kennis bestaat?

Answer: Volgens Hume redeneren we over de wereld met behulp van het idee \'oorzakelijkheid\'. Zonder kennis van oorzakelijkheid is kennis over de wereld onmogelijk, volgens Hume. Oorzakelijkheid kent 3 eisen: 1. nabijheid van oorzaak en gevolg, 2. de juiste tijdsvolgorde en 3. een noodzakelijk verband. Maar het probleem is dat we noodzakelijkheid niet kunnen waarnemen. We redeneren wel met behulp van oorzakelijkheid, omdat we psychologisch zo in elkaar zitten dat we een oorzakelijk verband concluderen telkens als we een constante conjunctie waarnemen. Een constante conjunctie is het kunnen afleiden van het ene element uit de aanwezigheid van het andere element. Maar dit is een vorm van inductie, wat een ongeldige redeneervorm is. Inductie is op basis van een aantal (maar niet alle) gevallen waarin A gevolgd wordt door B, concluderen dat B veroorzaakt wordt door A. Deze beredeneervorm is ongeldig en omdat wij zo aan kennis komen, is deze kennis dus ook ongeldig.

5.

Aristoteles was een empirist, maar had wel rationalistische elementen in zijn theorieën zitten. Beschrijf wat hiermee wordt bedoeld.

Answer: Aristoteles gebruikt inductie om tot algemene begrippen te komen. Inductie is op basis van een aantal (maar niet alle) waarnemingen waarin A wordt gevolgd door B, concluderen dat B altijd wordt veroorzaakt door A. Maar als je concludeert dat alle mensen sterfelijk zijn, omdat je dit een paar keer hebt gezien, heb je louter een correlatie. Aristoteles zei toen dat een zin als \'alle mensen zijn sterfelijk\', noodzakelijke waarheden moesten zijn. Dit noemde hij intuïtieve inductie, wat het rationalistische element in zijn \'empirische\' epistemologie is, omdat je hierbij gebruik maakt van inzicht.

6.

Over welke opvatting verschilde Bacon met Aristoteles en benoem alle 4 de idols.

Answer: Bacon vond, in tegenstelling tot Aristoteles, dat je wel gebruik mocht maken van experimenten. Volgens Aristoteles leren deze je niets over de wereld, omdat je met experimenten tegen de natuur in zou gaan. Bacon zei dat we onze vooroordelen moeten laten varen, dat we wel experimenten mogen doen én dat inductie hier een belangrijk middel voor is. De vooroordelen waar bacon het over heeft heten de idols, namelijk de Idols of the Tribe, Cave, Marketplace en Theatre. Tribe: de vooroordelen die we als mens hebben. We zijn geneigd om menselijke fouten te maken, zoals zoeken naar regelmaat waar deze niet is. Cave: Vooroordelen die we hebben omdat we bij een bepaalde (culturele) groep behoren, zoals een extreme voorkeur voor conservatisme of juist voor innovatie. Marketplace: Vooroordelen die we hebben omdat we erover kunnen praten. Sommige woorden worden niet goed begrepen. Dit komt bijvoorbeeld door namen van dingen die niet echt bestaan, zoals \'heks\' en \'geluk\' Theatre: Vooroordelen de we hebben omdat autoriteiten zeggen dat ze kloppen, zoals oude filosofische scholen.

7.

Beschrijf op welke gebied Kant het eens én oneens is met Hume, en welke begrippenparen Kant heeft geïntroduceerd.

Answer: Kant geeft Hume gelijk wat betreft inductie, hij vond dat kennis verkregen met inductie, geen zekere vorm van kennis is. Ook geeft hij Hume ongelijk. Volgens Kant kan je beweringen vaststellen door middel van het rationalisme en het empirisme te combineren. Dit noemde hij synthese. Het verstand kan niets zien en de waarnemingen kunnen niet denken, dus heb je de combinatie hiervan nodig. Volgens Kant zijn er twee begrippenparen: a priori/a posteriori oordelen, en analytisch/synthetische oordelen. Een a priori oordeel kan je vaststellen dat het waar is, zonder er onderzoek voor te doen (een broer is een man). Bij een a posteriori oordeel moet je wel kijken naar de wereld (hoeveel mensen zitten in een collegezaal). Een synthetisch oordeel vermeerdert je kennis. Zo kan je twee objecten optillen en vaststellen dat object A zwaarder is. Een analytisch oordeel levert geen nieuwe kennis op, maar analyseert wat je al weet, zoals dat een vader een man is.

8.

Wie heeft de term \'positivisme\' ingevoerd, en welke drie stadia meent hij ontdekt te hebben?

Answer: Auguste Comté heeft de term positivisme bedacht. Hij zei dat samenlevingen, en ook de wetenschap in die samenleving, 3 stadia doorlopen: 1. Theologisch/fictief stadium, gekenmerkt door het geloof in bovennatuurlijke wezens en krachten. 2. Metafysisch/abstract stadium, bevat allerlei abstracte krachten. Leven wordt verklaard door een levenskracht in mensen. 3. Positieve, reële of wetenschappelijke stadium, deze zoekt naar causale mechanische verklaringen. Het legt leven bijvoorbeeld uit door uit te leggen hoe metabolisme, reproductie etc. werkt. Stadia lopen van heel zweverig tot abstract

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BartManders. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

95132 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.94  2x  sold
  • (1)
  Add to cart